Meer ongewenst gedrag op het werk ervaren
Geplaatst op 11 november 2024
In 2023 gaf 17 procent van alle werknemers (15 tot 75 jaar) aan in de afgelopen twaalf maanden met ongewenst gedrag op het werk te maken hebben gehad. Naast de zorg (30 procent), kwam ook in de horeca ongewenst gedrag relatief vaak voor (20 procent). Werknemers in de landbouw en in de bouw ervoeren het juist relatief weinig.
Vrouwelijke werknemers geven vaker aan dat zij in de afgelopen twaalf maanden met ongewenst gedrag te maken hebben gehad: 21 procent, tegen 13 procent van de mannelijke werknemers. Dit speelt mee bij het relatief hoge percentage ongewenst gedrag in bedrijfstakken waar veel vrouwen werken, zoals de zorg en het onderwijs. In die twee bedrijfstakken was in 2023 respectievelijk 82 en 65 procent van de werknemers vrouw. In de bouw was dit 14 procent.
Vaker ongewenst gedrag bij veel contact
Ongewenst gedrag komt ook vaker voor als het werk meer contact met collega’s, klanten, patiënten of leerlingen met zich meebrengt. Werknemers in de zorg en horeca gaven met ruim 75 procent het vaakst aan dat zij (vrijwel) de hele dag andere mensen op het werk ontmoeten. In de ICT en de financiële dienstverlening gold dat voor minder dan 40 procent van de werknemers, het laagst van alle bedrijfstakken. In deze bedrijfstakken ervoeren relatief weinig werknemers ongewenst gedrag.
Mannen en vrouwen in zorg vrijwel even vaak last van ongewenst gedrag
Net als gemiddeld voor alle werknemers, loopt ook in de zorg en in de horeca het aandeel dat ongewenst gedrag ervaart op, naarmate er vaker contact met anderen is. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen. In totaal voor de zorg verschilt het aandeel dat ongewenst gedrag heeft ervaren niet noemenswaardig tussen mannelijke (29 procent) en vrouwelijke werknemers (30 procent).
In de horeca is er wel verschil tussen vrouwen en mannen in het aandeel dat ongewenst gedrag ervaart: 24 procent van de vrouwelijke werknemers ervoer dit, tegen 16 procent van de mannen. Dit komt vooral doordat onder de werknemers in de horeca die de hele dag contact hebben met andere mensen, vrouwelijke werknemers veel vaker last hebben van ongewenst gedrag (29 procent) dan hun mannelijke collega’s (18 procent).
Het man-vrouwverschil in het ervaren van ongewenst gedrag in de horeca heeft vooral te maken met het verschil in ongewenste seksuele aandacht: 16 procent van de vrouwelijke werknemers ervoer dit, tegen 6 procent van de mannelijke werknemers. Ook in de zorg ervoeren vrouwelijke werknemers relatief vaak ongewenste seksuele aandacht (10 procent, tegen 5 procent van de mannelijke werknemers). Daar staat tegenover dat mannelijke werknemers in de zorg vaker last hebben van intimidatie, lichamelijk geweld en pestgedrag. Daardoor is het totale verschil tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers in de zorg relatief klein.
De resultaten in dit nieuwsbericht zijn gebaseerd op de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van het CBS en TNO, waarmee verschillen in ongewenst gedrag tussen bedrijfstakken in kaart worden gebracht. Het CBS voert daarnaast ook de Werknemersenquête zorg en welzijn (WNE) uit, waarin uitvoeriger wordt gevraagd naar agressie op het werk (waaronder bijvoorbeeld ook verbale agressie en discriminatie). Behalve dat in de WNE meer items worden uitgevraagd, bevatten de vraagstellingen ook meer voorbeelden van ongewenst gedrag. Het percentage werknemers in zorg en welzijn die volgens de WNE te maken hebben gehad met agressie op het werk, valt door de meer uitvoerige uitvraag hoger uit dan het percentage dat volgens de NEA ongewenst gedrag heeft ervaren.